In Nederland pluk je ze niet van de boom. Wij hebben weinig palmbomen in het wild staan. En daar groeit de dadel nu eenmaal aan. Eerst als een mini besje, nog helemaal hard. Dan met goed zonlicht wordt de dadel zacht en bruint hij. De dadel is gezond, vooral als die vrij van pesticiden mag opgroeien en geen chemische behandeling ondergaat. Een gezonde dadel is niet ‘besmet’ door conserveringsmiddelen of glucosestroop. Die is van nature al hartstikke lekker. En voedzaam. De woestijnnomaden noemen dadels het ‘brood van de woestijn’.
Dadels zijn gezond
Zoeter dan een dadel kan fruit bijna niet worden. Je treft de dadel dan ook geregeld aan in allerlei baksels. De dadel is een grote opslagplaats van vitamines en mineralen. Vitamine B6, kalium en magnesium geven de dadel echte gezondheidswaarde. De vitamine B6 helpt bij het verbeteren van de hersenfunctie; magnesium en kalium werken samen om je bloeddruk te verlagen. En magnesium optimaliseert je stofwisseling en helpt om te ontspannen. Dadels zijn ook ‘geneesheren’ die je constipatie of diarree kunnen oplossen en darmklachten kunnen wegwerken. Veel vezels en een laxerende werking, de dadel doet het goed bij je stoelgang.
Botten en ogen
Zo zacht als een dadel is, zo hard kan hij je botten en tanden maken. Je beenderstelsel heeft baat bij drie belangrijke bronnen die je ruimschoots in de dadel vindt: kalium, calcium en fosfor. Drink je weinig melk, kaas of andere zuivel? Dan zijn dadels een alternatieve bron om je botten sterker te maken. En dan nog het magnesium. Dat werkt niet alleen bloeddrukverlagend maar kan ook de kans op hart- en vaatziekten en artritis verminderen. En bestrijdt bovendien alzheimer. Ook je zicht wordt scherper van de dadel. De vitamine A in deze zuidvruchten gaat in je lichaam aan de slag om je hoornvlies te regenereren en je ogen te beschermen. En stofjes zoals luteïne en zeaxanthine helpen om een soort filter te maken tegen schadelijke UV-straling.
Dadels zijn geen afslank fruit
Een dadel is heerlijk zoet. Dat betekent dat er veel fructose in zit. Dat is een suikersoort die je in fruit terugvindt. Al die vitamines en mineralen tot je nemen is prima. Maar door dadels te eten loop je wel het gevaar om aan te komen. Vooral als je er veel van eet. Drie keer een dadel per dag is oké maar een paar handjes per dag is wel ‘elk pondje gaat eerst door het mondje’. De dadel, mits zuinig gegeten, is geen snack maar een zachte bom vol van alles dat het lichaam zo nodig heeft.
Vers versus gedroogd
Twee werelden: de verse en de gedroogde dadel. Vers is een dadel vaak ovaalvormig en toont dan een gelige tint. Ze smaken dan als honing. Een gedroogde dadel heeft zijn vocht verloren en is daarom iets vleziger met een taai accent. De smaak van de gedroogde dadel is wat zoeter dan de verse variant. Grootste voordeel van de gedroogde dadel: die is langer houdbaar. De koningin onder de dadels is de ‘Medjoul’. Een dadel die groter is dan alle andere en ook sappiger. Het vruchtvlees is zacht en romig. Er zit gewoon meer smaak aan. De oogst van deze smakelijke juwelen is wel tijdrovend. De prijs is er dan ook naar.